S C H O U W E N - D U I V E L A N D

Schouwen-Duiveland is onlosmakelijk met de zee verbonden. Mijn eiland wordt omringd door de Noordzee, de Oosterschelde en de Grevelingen. Er zijn twee vaste verbindingen naar Goeree-Overflakkee: de Brouwersdam en de Grevelingendam. De Oosterscheldekering gaat net als de Zeelandbrug naar Noord-Beveland. Schouwen-Duiveland is grotendeels vlak en delen liggen onder het zeeniveau. Op de westpunt is een duingebied; de 'Kop van Schouwen', waarvan het hoogste punt ongeveer 42 meter boven de zeespiegel ligt. Hier vertel ik met behulp van enkele pixels mijn belevingen op en rondom Schouwen-Duiveland. Het zijn de resultaten van mijn dagelijkse zwerftochten. Afhankelijk van het getij, het weer en het seizoen.

 

 

 

 

 

F L A A U W E R S H A V E N

Bij eb vallen de zandplaten en slikken droog en stromen oude haventjes leeg. Zoals mijn favoriet; het getijdehaventje Flaauwershaven bij Kerkwerve. Het water stroomt door de Oosterscheldekering de Noordzee in. Als het vloed is, stroomt het water de Oosterschelde in. Vogels vliegen landinwaarts en wachten achter de dijk op eb. In ruim zes uur wordt het vloed, daarna wordt het in dezelfde tijd eb. Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de maan op het water op aarde. De maan trekt als het ware aan het water, waardoor het water in de zeeën een bepaalde kant op beweegt. De aarde draait om haar eigen as en om de zon heen. Daardoor is de plek waar de maan het sterkst aan het water trekt telkens verschillend.

 

 

 

 

 

K A N O E T S T R A N D L O P E R

De Brouwersdam, 12.09.2025. Kanoeten zijn lange afstandstrekkers en vliegen van het hoog arctisch gebied tot naar Zuid-Afrika. Het bijzondere aan de kanoet is dat hij er in de winter heel anders uitziet dan in de zomer. Zijn zomerkleed is diep roodbruin van de onderzijde en ingesteld op de toendra, waar hij broedt. In de winter is hij bijna helemaal wit.

 

 

 

 

 

V U U R T O R E N   W E S T E R L I C H T

Vuurtoren Westerlicht van Burgh-Haamstede. De rood-wit gestreepte vuurtoren was de inspiratie voor de vuurtoren op het 250 gulden biljet. Het is één van de grootste vuurtorens van Nederland, de lichthoogte van het Westerlicht reikt tot 58 meter boven zeeniveau. Vuurtorens zijn onmisbaar. Het zijn belangrijke bakens voor schepen op zee. Het licht laat schippers weten dat ze vlakbij de kust zijn en voorkomt dat ze aan de grond lopen. Vuurtorens doen al eeuwen trouwe dienst voor de scheepvaart. Ze hebben ieder hun eigen soort licht. Elke toren seint in zijn eigen tempo. Door spiegels en lenzen rondom het licht in de toren, wordt de lichtbundel versterkt. Het lichtschijnsel van een vuurtoren reikt tot tientallen kilometers op zee.

 

 

 

 

 

D R I E T E E N S T R A N D L O P E R

De drieteenstrandloper is vooral bekend van het strand, waar ze in groepjes voedsel zoeken en snel wegrennen voor de aanrollende golven. Hij is uniek onder de strandlopers omdat hij de achterteen mist. In de winter is hij overwegend wit. In het voorjaar worden ze diep roodbruin en trekken ze naar de Arctische broedplaatsen in Canada, Groenland, Spitsbergen en Siberië.

 

 

 

 

 

J A N   V A N   G E N T

Jan-van-Genten zijn de grootste vogels van de Noordzee. Als ze hun vleugels spreiden zijn ze 2 meter breed. Ze zwemmen en vliegen bijna hun hele leven rond op zee, alleen als ze gaan broeden komen ze aan land. Om op te stijgen heeft de Jan-van-Gent sterke wind onder de vleugels nodig. Daarom broeden ze op steile kusten waar de harde zeewind door de rotswand omhoog gedreven wordt.

 

 

 

 

 

B O N T B E K P L E V I E R

De bontbekplevier is een kleine waadvogel, die in Zeeland relatief veel voorkomt. hij broedt op schelpenstrandjes. Hij nestelt in een ondiep kuiltje vooral in kustgebieden met geen of lage / spaarzame plantengroei en veel slik: kwelders/schorren, pas aangelegde eilanden, rustige stranden, ook wel opgespoten terreinen en akkers met veel kale grond. Verdwijnt vaak weer als broedvogel als door successie van de plantengroei het broedgebied ongeschikt wordt. Buiten de broedtijd is hij vooral te vinden op wadplaten, stranden. De bontbekplevier is een trekvogel, maar. Vogels van mildere gebieden (West-Europa) trekken niet ver en blijven steeds vaker in Europa overwinteren. Arctische populaties trekken eerder weg en trekken verder vooral naar West-Afrika. Ze trekken vooral overdag en ‘s nachts. de arctische ondersoorten trekken door in Nederland vanaf half mei tot in juni. Zuidelijke ondersoort al vanaf half februari. In het najaar trekken noordelijke populaties al vroeg weg. Een deel trekt via Zeeland en de Waddenzee, maar ook in een breed front over het continent.

De Zuidkust van Schouwen is getekend door de strijd tegen het water. De Zeeuwse kust is sinds 1200 bedijkt, maar die dijken waren niet altijd stevig. Hierdoor moest een dijk nog weleens opgelapt worden. Als dit niet lukte werd er landinwaarts een nieuwe inlaagdijk aangelegd. De grond hiervoor werd tussen de oude en nieuwe dijk weggehaald. Veen en klei werden met karren afgevoerd. Vandaar de naam karreveld. Deze inlaag werd lager, natter en zouter; een waar paradijs voor stelt- en kustvogels.

 

Aan de zuidkust van Schouwen-Duiveland werd tussen 1991 en 2014 Plan Tureluur aangelegd. Om het natuurgebied aan te leggen werd landbouwgrond teruggegeven aan de natuur. Het geheel beslaat meer dan 1000 hectare (1 hectare is 10.000 vierkante meter) en is onderdeel van Nationaal Park Oosterschelde. De tureluur, een bedreigde weidevogel, werd het boegbeeld van de nieuwe natuur op Schouwen-Duiveland, vandaar de naam: Plan Tureluur. De tureluur werd als symbool gekozen, omdat deze snipachtige een groot deel van het jaar in en rond de Oosterschelde zijn roep laat horen. Bij de aanleg van het natuurgebied werd grond van boeren gekocht, de vruchtbare teelt laag verwijderd en werden laagtes, waterpartijen en krekenlopen aangelegd. Plan Tureluur is aantrekkelijk voor vogelliefhebbers vanwege de grote diversiteit aan soorten. Zo broedt onder andere de lepelaar in het natuurgebied. Plan Tureluur is voor de kluut en de strandplevier het belangrijkste broedgebied van Zeeland.