- HELGOLAND -

 

Het Duitse Helgoland is een rotseiland met 60 meter hoge kliffen in de Noordzee, op zeventig kilometer ten noorden van het vasteland van Duitsland. Helgoland is een rotseiland met steile, rode rotswanden en duizenden zeevogels die zich daar in nestelen. Naast Helgoland ligt Helgoland-Düne: een zandeiland dat vooral uit kalksteen, duinen en stranden bestaat.

 


 

jan van gent - morus bassanus -

Jan-van-Genten zijn de grootste vogels van de Noordzee. Als ze hun vleugels spreiden zijn ze zo’n 2 meter breed. Ze zwemmen en vliegen bijna hun hele leven rond op zee. Alleen als ze gaan broeden komen ze aan land. In Schotland eerde men al vanaf 1700 deze sierlijke zeevogel met de naam ‘‘Gentleman’, vanwege zijn deftige houding. Dit zal aanleiding gegeven hebben tot den naam Gent of Jan van Gent, zoals hij bekend is in Nederland’. 

 

 

zeekoet - uria aalge -

De zeekoet is een karakteristieke soort voor Helgoland die sinds mensenheugenis op de Lummenfelsen broedt. In de winter verschijnen de eerste zeekoeten in de wateren rondom Helgoland en vanaf midden april bezetten ze de broedplaatsen op de kliffen. De vrouwtjes leggen één ei op de smalle richels van de rotswanden.

 

Jan van Gent - Morus Bassanus - Basstölpel - Northern Gannet

De HAPAG-hallen in Steubenhöft. Van Cuxhaven de wereld in. Hamburg-Amerikanische Packetfahrt-Actien-Gesellschaf. Al van ver zichtbaar rijst de 37 meter hoge toren van de Hapag Hallen de lucht in. Grote klokken aan de vier zijden geven de tijd aan. Begin 1900 waren de bewegingen van de wijzers voor honderdduizenden emigranten als het aftellen naar het begin van een nieuw leven.

 

De ligging aan de monding van de Elbe maakte Cuxhaven al in 1890 tot een belangrijk knooppunt voor het internationale passagiersverkeer. De toenmalige grootste rederij ter wereld, HAPAG, investeerde in nieuwe terminalhallen en wachtkamers. Vanaf 1902 arriveerden passagiers met speciale treinen vanuit Hamburg op het havenstation, direct bij de Hapag-hallen. De passagiers konden hun laatste uurtjes aan land doorbrengen in de indrukwekkende koepelhal van 690 vierkante meter. In de douanehal naast de wachtkamers werden de laatste formaliteiten vervuld voordat de passagiers via een overdekte gang het schip binnenkwamen, en vaak de laatste stappen van hun leven op Duitse bodem zetten.